Artikel 49 WTBZ:
[1.] De procureurs mogen zich aan de zaak onttrekken, indien de gevraagde of bevolene storting niet is gedaan, mits zij daarvan, ten minste drie dagen te voren, bij insinuatie aan hunnen client kennis gegeven, en het origineel daarvan nedergelegd hebben ter griffie van het collegie waar de zaak aanhangig is.
[2.] De kosten van deze insinuatie en nederlegging komen ten laste van den client welke het voorschot heeft geweigerd.
[3.] De bepalingen van dit en het vorig artikel zijn niet van toepassing op zaken uit de kolonien van den Staat bij den hoogen raad behandeld wordende.