goederenrecht
(zakelijke rechten) - einde pacht; pachter die het gepachte land ontruimt.
opgaande pachter
Deel deze pagina met:
erfpachterlong leaseholder
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(zakelijke rechten) - persoon die bevoegd is andermans onroerende zaak (stuk grond of akker) - doorgaans tegen betaling van canon - te gebruiken. De ~ kan zich als eigenaar gedragen, maar mag niets doen dat de grondwaarde kan verminderen.
1. Erfpacht is een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft eens anders onroerende zaak te houden en te gebruiken. 2. In de akte van vestiging kan aan de erfpachter de verplichting worden opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen een geldsom - de canon - te betalen.
Artikel 99 Boek 5 BW:
1. Na het einde van de erfpacht heeft de voormalige erfpachter recht op vergoeding van de waarde van nog aanwezige gebouwen, werken en beplantingen, die door hemzelf of een rechtsvoorganger zijn aangebracht of van de eigenaar tegen vergoeding der waarde zijn overgenomen. 2. In de akte van vestiging kan worden bepaald dat de erfpachter geen recht heeft op de in het eerste lid bedoelde vergoeding: a. indien de in erfpacht gegeven grond een andere bestemming had dan die van woningbouw; b. indien de erfpachter de gebouwen, werken en beplantingen niet zelf heeft bekostigd; c. indien de erfpacht geëindigd is door opzegging door de erfpachter; d. voor zover de gebouwen, werken en beplantingen onverplicht waren aangebracht en hij ze bij het einde van de erfpacht mocht wegnemen. 3. De eigenaar is bevoegd van de door hem ingevolge dit artikel verschuldigde vergoeding af te houden hetgeen hij uit hoofde van de erfpacht van de erfpachter te vorderen heeft.
1. De pachter is gehouden het gepachte als een goed pachter te gebruiken en al datgene te doen en na te laten, wat een goed pachter in gelijke omstandigheden zou doen en nalaten. 2. Hij is gehouden het gepachte bij het einde van de pachtovereenkomst in goede staat aan de verpachter op te leveren.
Deel deze pagina met:
das Recht des Mieters auf Verlegung le droit de remise du locataire el derecho de condonación del arrendatario il diritto di trasferimento del locatario prawo lokatora do przekazania nieruchomości
bestuursrecht
(agrarisch recht) - recht op vermindering van de pachtprijs indien als gevolg van bijzondere omstandigheden de opbrengst aanzienlijk minder is geweest dan verwacht bij het aangaan van de overeenkomst of indien de pachter het genot van het gepachte tijdelijk of gedeeltelijk heeft moeten missen.
Artikel 16 pachtwet:
1. De pachter heeft aanspraak op een vermindering van de pachtprijs over een pachtjaar of een pachtseizoen, gedurende hetwelk tengevolge van buitengewone omstandigheden de opbrengst van het bedrijf aanzienlijk minder is geweest dan bij het aangaan van de overeenkomst te verwachten was of de pachter tijdelijk het genot van het gepachte geheel of gedeeltelijk heeft moeten missen. 2. Tot vermindering geven geen aanleiding: a. een verlaging van de prijs van de voortbrengselen van het bedrijf; b. omstandigheden welke aan de pachter zijn toe te rekenen of waarvan hij de gevolgen door verzekering of op andere wijze redelijkerwijs had kunnen voorkomen; c. schade, welke de pachter op een ander kan verhalen. 3. De vordering van de pachter vervalt zes maanden na het eindigen van het pachtjaar of het pachtseizoen, waarover de pachtprijs verschuldigd is.
Deel deze pagina met:
verpachterlandlord / lessor
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
bestuursrecht
(agrarisch recht) - eigenaar die zijn landbouwgrond of boerderij tegen betaling aan een pachter in gebruik geeft.
De verpachter is gehouden het verpachte in goede staat van onderhoud ter beschikking te stellen.
Artikel 41 pachtwet:
1. De pachtkamer wijst, behoudens het in het volgende lid bepaalde, het verzoek af, indien de verpachter of de echtgenoot of geregistreerde partner, een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of een pleegkind van de verpachter het verpachte persoonlijk voor een tot de landbouw betrekkelijk doel in gebruik wil nemen. 2. Nochtans beslist de pachtkamer naar billijkheid, indien: a. de verpachter een rechtspersoon is; b. door het verlies van het gepachte de grondslag van het maatschappelijk bestaan van de pachter ernstig zou worden aangetast en het persoonlijk gebruik voor de verpachter, voor zijn echtgenoot of geregistreerde partner, voor zijn bloed- of aanverwant of voor zijn pleegkind niet van overwegende betekenis is.