Artikel 46 Wtbz:
[1.] Onverminderd de berekening der vacatien en werkzaamheden, naar den bij art. 43 vermelden maatstaf, wordt bij geregtelijke uitwinning en verkoop van onroerende goederen en schepen, grooter dan tien lasten, aan den procureur van den executant toegekend, op den prijs waarvoor de goederen zijn toegewezen:
wanneer de prijs de som van EUR 1361 of minder bedraagt, één ten honderd;
van sommen boven de EUR 1361 tot EUR 4538, één half ten honderd van het hoogere;
van sommen boven de EUR 4538 tot EUR 11 345, één vierde van het hoogere; en
van sommen boven de EUR 11 345, onbepaald tot welk eene som, één achtste ten honderd van het hoogere.
[2.] Bij gelijktijdigen verkoop van verschillende perceelen, bepalen de prijzen, te zamen genomen, de afnemende gradatie in de percentsgewijze belooning.
175 Boek 3 BW.
Artikel 491 Rv:
1De executie tot afgifte van een roerende zaak die geen registergoed is, vangt aan met een bevel als bedoeld in artikel 439, dat van overeenkomstige toepassing is, behoudens dat de in het eerste lid van dat artikel bedoelde termijn niet behoeft te worden in acht genomen ter zake van de executie van vonnissen en beschikkingen, die uitvoerbaar bij voorraad zijn verklaard.
2De executie geschiedt doordat de deurwaarder de zaak onder zich neemt en afgeeft aan degene die haar krachtens de executoriale titel moet ontvangen. Hij maakt van een en ander onverwijld proces-verbaal op.
3De artikelen 440 en 443-444b zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 444b de waarde van de zaak in de plaats treedt van het bedrag van de vordering waarvoor beslag is gelegd.